De coalitie wil
een nieuwe weg inslaan op het gebied van bestuurscultuur. In de door de
raadscommissie bestuurscultuur opgestelde notitie, die behandeld is in januari
2022 staat dat:
We besturen
samen de stad; het moet niet uitmaken of een partij in de oppositie zit of
onderdeel is van de coalitie. Op meerdere plaatsen lezen we echter “onze coalitie wil samen met de gemeenteraad”…Hoe zo “onze coalitie samen met de raad”? Is er hier sprake van eerste rangs raadsleden en tweede rangs raadsleden?
Ook lezen we:
“ten opzichte van raadsinitiatieven die hieruit voortkomen hebben wij een
welwillende houding”. Hoe zo een welwillende houding? Waarom dit benoemen? Dat
dient toch vanzelfsprekend te zijn en niet dat een select gezelschap bepaald of
iets welgevallig is of niet?
Of wat te
denken van “de coalitie vindt dat Middelburg een betrouwbare, dienstbare
overheid moet zijn voor inwoners…” “Wij vinden dat het college andere partijen
serieus de ruimte en soms ook de verantwoordelijkheid moet geven”. Vinden
andere partijen dit niet? Is ‘de coalitie’ van mening dat Middelburg nu
onbetrouwbaar is?
Wellicht
onbedoeld (maar ik hoor graag de reactie van “de coalitie”), maar het wekt een
beeld van superioriteit van de partijen die de coalitie vormen. Dit terwijl ze
juist een nieuwe weg willen inslaan. Hoe denkt deze coalitie op deze wijze daar
vorm aan te gaan geven? Welke ‘vrije’ ruimte is er nog voor “de oppositie”?
Een tweede punt
uit de eerdergenoemde notitie:
Dat vraagt om een akkoord op hoofdlijnen, sporend met verkiezingsprogramma’s, wat de ruimte biedt om voorstellen op de eigen merites te beoordelen in plaats van dat sprake is van voorgekookte besluitvorming: Is dit nog wel een akkoord op hoofdlijnen te noemen? De omvang is maar liefst 18 pagina’s (ter vergelijk het werkprogramma 2018-2022 had 11 pagina’s)
Dus hoe fris is
die wind? Wij zien veel meer een financieel moeras!
Voorzitter,
verder lezen we, het staat er wellicht niet zo expliciet, dat veel is gestoeld
op het huidige, bestaande beleid en dat daarop voort wordt geborduurd. Zoals
het herzien van het subsidiebeleid, de woonvisie etc. Hoe fris is deze wind dan
of blijkt het “gebakken lucht” te zijn?
We lezen dat de
nodige ambities aan de dag wordt gelegd, met de grote investeringen en/of stijgende uitgaven:
- Investeringen in één toegangsloket met ruimere
openingstijden
- Voorzieningen voor jongeren. Welke zijn dat?
- 30% voor openbaar groen bij nieuwbouw;
- Een stedelijk investeringsfonds;
- Financieel ondersteunen bij
duurzaamheidsvraagstukken van onze inwoners;
- Een bredere opvatting t.a.v. onderwijs door een lokale
educatieve agenda op te stellen
- Verlagen van tarieven in parkeergarages
- Kenniscentrum slavernij
- Aantrekken van diverse nieuwe opleidingen
- Meer regie voeren, bijvoorbeeld op bewindvoering
- Culturele hoofdstad (even simpel googlen
leert dat het voor Leeuwarden tussen de € 40 en € 79 miljoen heeft gekost). Is
het niet veel beter om het dichter bij huis te houden en Middelburgse
leerlingen een bezoek aan een museum of kunsteducatie te bieden?
Veel is gericht
op stimuleren en regisseren, waarbij de gemeente de leidende rol neemt. Is
hiervoor, in deze krappe arbeidsmarkt, voldoende capaciteit beschikbaar?
Wat we dus niet lezen is: hoe
dan? Begrijp me niet verkeerd, ambities zijn nobel, prijzenswaardig en het is
altijd goed ergens naar te streven om iets in gang te zetten. De uitspraak
“we'll put a man on de moon” van Kennedy heeft ook veel innovatie en
vernieuwing in gang gezet.
Maar wat het coalitieakkoord niet
vermeldt, is of voor deze investeringen onze financiële polsstok wel lang
genoeg is. Of anders gezegd: in de komende jaren zullen we mogelijk nog met de
nodige tegenwind worden geconfronteerd. Denk aan de opschalingskorting of de
herverdeling van het gemeentefonds. Ook zijn de zorgen in het sociaal domein
nog niet voorbij en hebben we zeker te maken met een forse inflatie.
De vraag is ook of hiermee “de
menselijke maat” wordt gehanteerd en behaald. Zijn veel van onze inwoners én
ondernemers in deze tijd met stijgende inflatie, hogere energierekeningen niet
beter af met wellicht iets minder luchtfietserij en meer realisme? Wat de VVD betreft
een retorische vraag!
Hoe denkt dit college, deze
coalitie, Middelburg te behoeden voor deze tegenwind en te voorkomen dat een
briesje gaat uitgroeien tot een zware storm voor onze inwoners die de nodige
schade veroorzaakt? Of anders gezegd: hoe en wie gaat dit betalen? Waar komt de
rekening te liggen? Graag een reactie van de coalitie.
Daarnaast zie we ook nog veel
open eindjes:
- De Woonvisie moet worden vervangen door een
woonagenda, terwijl we nu juist nog wachten op de nieuwe woonvisie. Of wordt
hiermee hetzelfde bedoeld?
- Per wijk onderzoeken waar behoefte aan is en wat
goed loopt bij wijkteams
- Een ontwikkelvisie voor de verschillende
functies van de binnenstad
Ook vragen we ons af of effecten
die beoogd worden ook gehaald gaan worden. Om een voorbeeld te geven: “van
ontwikkelaars wordt bij de bouw van nieuwe woningen een financiële bijdrage
gevraagd voor het stedelijk investeringsfonds”. Heeft dit niet een
prijsverhogend effect? Omdat daardoor woningen duurder worden. Geldt dit
principe ook voor woningcorporaties? Immers zij ontwikkelen ook nieuwe
woningen. De rijksoverheid verlaagd de verhuurdersheffing, de Gemeente
Middelburg wil deze weer introduceren!
Samengevat: we
hebben met dit coalitie programma te maken met een "revolutie van
stijgende verwachtingen" dat leidt tot onrust en ontevredenheid. Immers
veel ‘vooruitgang’ wordt beloofd en daarmee worden verwachtingen gewekt die
nooit waargemaakt kunnen worden!
Het
coalitieakkoord kent ook zaken waar we zeker fervent voorstander van zijn,
zoals de inzet op preventie en fors inzetten op samenwerking in de regio.
Voorzitter, laat ik van mijn hart
geen moordkuil maken. Tuurlijk hadden wij de toekomst van Middelburg graag mede
helpen vormgeven vanuit het college, maar uiteraard zal de VVD, nu dat niet zo
is, dit ook vanuit de raad doen. Vanuit onze lokale, liberale uitgangspunten.
Met een kritische doch realistische toets.
We zullen daarbij nauwlettend in de gaten houden of de frisse wind een Föhn (een warme, droge wind) of een natte moesson (een zeer vochtige zeewind die in de regentijd voorkomt in tropische gebieden) wordt, maar we willen voorkomen dat het uitgroeit tot een forse, gure tegenwind.