Bijdrage VVD n.a.v. nazorgonderzoek Waterpark Veerse Meer

In de raadsvergadering van 14 maart 2016, werd het nazorg onderzoek van de rekenkamer met betrekking tot Het Waterpark Veerse Meer besproken.

Link naar de raadsstukken: Waterpark Veerse Meer

Andermaal spreken we over het Waterpark Veerse Meer. Andermaal is de voortgang zeer moeilijk. Het dossier kent een lange voor geschiedenis. In documenten ben ik tegengekomen dat eerste plannen in 1999 zijn gemaakt. Nu in 2016 is het nog niet tot een volledige realisatie gekomen. De gemeente heeft altijd een rol gehad in dit dossier. Echter naar analyse van de VVD is deze rol steeds groter en zwaarder geworden. Bleef deze in het begin beperkt tot de planologische procedures en ruimtelijke ordening (een kerntaak van de gemeente), deze is in de loop der jaren ook geworden tot die van financier, aandeelhouder etc. etc.

De rekenkamer heeft in 2012 een onderzoek  gedaan en is nu met een nazorg onderzoek gekomen; De vraagstelling hierbij is: zijn de aanbevelingen die in het eerste onderzoek zijn gedaan ook uitgevoerd. De conclusie is dat aanbeveling 1 feitelijk is uitgevoerd, de aanbevelingen 2 en 3 zijn uitgevoerd, aanbeveling 4 gedeeltelijk en aanbeveling 5 niet is uitgevoerd.

Echter de strekking van de aanbevelingen uit het rekenkamer rapport uit 2012 is (en ik formuleer het compact) om te zorgen voor een goede financiële-  en risico afweging én beheersing in het geval  de gemeente mocht besluiten in een privaat project/onderneming deel te gaan nemen; het gaat over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan, welke zekerheden moeten worden gesteld, welke beheersmaatregelen moeten worden genomen etc. etc., kortom hoe een juiste afweging te maken en de risico’s in te schatten.

Welnu de VVD gaat niet rond de hete brij heen draaien en is van mening dat de zakelijke houding, het op orde hebben van de checks en balances van het grootste belang is en misschien aan minimale vereisten voldoet, maar zeer zeker nog sterk moet verbeteren. Wat dit aangaat is de strekking van  de conclusies uit het nazorg onderzoek duidelijk.

De omvang van het project  en de bijzondere publiek – private verhoudingen moeten aanleiding zijn om extra alert te zijn op de planning, de financiën en te zorgen dat afspraken worden nagekomen. Dit vereist een goed samenspel tussen college en raad.

Dat brengt me op het punt dat naast de verantwoordelijkheid van het college,  de gehele raad zijn eigen  verantwoordelijkheid heeft. En moet ze bij zichzelf te raden gaan of ze deze verantwoordelijkheid ook in voldoende mate heeft genomen en haar controlerende en kader stellende taak voldoende heeft uitgeoefend.

Voorzitter,  ook hierin zal de VVD duidelijk zijn: dat kan beter! In onvoldoende mate hebben we gezamenlijk invulling gegeven aan de rol die wij hebben.

Voorts merk ik op dat we in deze gemeente lering trekken uit een rekenkamerrapport. Dat we met de aanbevelingen gezamenlijk aan de slag moeten om verbeteringen in de organisatie en de cultuur aan te brengen.  Een rekenkamer rapport of nazorg onderzoek moet niet verworden tot een instrument waarmee politiek afrekeningen gaan plaatsvinden en verandert in de spreekwoordelijke stok. Gebeurt dat wel dan kan dat er toe leiden dat betrokken minder vrij aan een onderzoek zullen meewerken.

Maar we moeten verder. Het dossier “Waterpark Veerse Meer” is nog niet afgerond. De ontwikkeling moet worden afgemaakt. Het faillissement moet worden afgehandeld, waarbij met de belangen van alle betrokken zo goed mogelijk rekening dient te worden gehouden. Tuurlijk moeten we vertrouwen hebben in de toekomstige ontwikkeling, maar een gezonde, kritische en risicoaverse houding ten aanzien van het project, kan zeker geen kwaad.

Verder,  als het over de aanbevelingen gaat, kan ik kort zijn: we aanvaarden die in dank en dat bedoel ik letterlijk en gemeend, door er ook serieus gevolg aan te willen geven!

De VVD verwacht van college én raad om naar aanleiding van het rekenkamerrapport en het na zorg onderzoek, dat rapportages over verstrekte leningen en garanties gekoppeld worden aan de reguliere planning- en control cyclus. Bij de rapportages “maatwerk” te betrachten, in de zin dat uitgebreide gerapporteerd wordt naar mate meer risico’s gelopen worden, er sprake is van meer beleidsdynamiek dan wel nieuwe politiek/bestuurlijke ontwikkelingen zich voordoen.

Dat het college voor alle verstrekte leningen en garanties aan gaat geven welke risico's we lopen, wellicht in samenspraak met onze accountant. Dat dit dusdanig gebeurt, dat er een helder onderbouwde ranking kan worden gepresenteerd en dat afhankelijk van deze uitkomst voor een nader aantal partijen uitgebreider rapportages worden opgesteld. En bovenal dat rapportages transparant opgesteld worden.

 

We zullen hierbij keuzes moet maken, die niet altijd plezierig zijn. Ook Middelburg kan zijn euro’s maar één keer uitgeven. Laten we hierbij niet vergeten wat een beroemde Britse Minister-President ooit zei: “There is no such thing as public money, there is only tax payers’ money”.